Gelovig Rouwen Leven Liefhebben
For English, click here
Hij voelt zich buitengesloten, zegt hij. Hij weet niet hoe hij zich moet opstellen. Met wie hij een praatje zou kunnen maken of waar hij kan gaan zitten in de pauze. Ik hoor hem aan en voel me een vulkaan. Er borrelt protest, verdriet, wanhoop, beslistheid en een wereld aan argumenten in mij op. Ik besluit niets te zeggen, ga zitten op een stoel en staar voor me uit. Hoe deed ik dat vroeger, vraag ik me af. Hoe heb ik me staande gehouden in een wereld waarin ik mezelf niet vond passen, anders was, weinig verbondenheid vond en een kloof voelde tussen mij en de rest van de wereld.
Ik duw uit alle macht een kurk in de krater, voel hoe lava zachtjes blijft sijpelen, maar zeg beslist: ‘Wij houden van je. Het geeft niet dat je je daar niet op je gemak voelt. Je mag schijt hebben aan wat andere mensen van je denken. Trek je er maar niets van aan.’ Ineens zie ik mijn vader voor me en hoe hij mij probeerde te helpen sterk te staan tegenover mijn pesters. ‘Trek het je niet aan’, zei hij. Net als ik nu. Maar ik wist niet wat ik ermee moest, want ik wist en weet nog steeds niet goed hoe je dat doet: je er niets van aantrekken.
We zuchten, laten onze schouders zakken en staren door het raam naar buiten. De bomen staan nog steeds op dezelfde plek, staan de wind toe hun blaadjes mee te nemen. Zij trekken zich nergens iets van aan. Blijven onverstoord staan, groeien, geven vrucht op hun tijd. Ik sla een arm om hem heen. Het minste wat ik kan doen, is hem zelf niet buitensluiten. Samen boos zijn op de wereld, samen huilen om het onrecht, samen zoeken naar hoe je in vredesnaam normaal moet doen, erbij kunt horen.
Ik denk aan de boeken die ik heb gelezen en de verhalen die ik van levensechte mensen heb gehoord. Ik vertel hem dat het vaak lijkt alsof alle andere mensen wel weten hoe je sociaal met elkaar om moet gaan en vrienden lijken te hebben, maar dat als je goed luistert en goed kijkt, dat lang niet altijd zo is. Elk mens heeft zijn of haar eigen strijd met zichzelf en met de ander. We kunnen anderen niet veranderen. Alleen onszelf, en ook dat slechts tot op zekere hoogte.
Ineens herinner ik me hoe ik mezelf staande hield toen, en eigenlijk nu nog steeds houd. Zachtjes zeg ik tegen ons allebei: ‘Als je het moeilijk vind om vrienden te maken, vrienden te herkennen, te zien waar je bij hoort. Richt je er dan op om zelf een goede vriend te zijn.’ Het helpt niet veel, maar geeft toch een beetje moed om door te gaan.
Pingback: Ignore It – Ineke Marsman-Polhuijs