Liefhebben

Ze zit er precies tussenin. Een jaar jonger dan mijn neefje, een jaar ouder dan mijn nichtje. Als ze was blijven leven. Maar ze is voor altijd een te vroeg geboren, overleden baby.

Ik ben op de verjaardag van een ander neefje. Mijn nichtje van drie rent op me af als ze me ziet. Ik krijg een heerlijke spontane knuffel. Er is nog meer familie en sommigen heb ik meer dan een jaar niet gezien. Wat een prachtige dag. Ik ben dankbaarder dan ooit voor mijn grote familie en al die verschillende persoonlijkheden.

Ik plof naast iemand neer en kijk om me heen. Mijn neefje van bijna vijf speelt even verderop en dan komt iemand mijn nichtje bij me brengen. Ze moet uitrusten, hoor ik, en ik aai over haar rug en klets zachtjes tegen haar, een beetje verbaasd dat mij dit voorrecht wordt gegeven.

Plotseling overvalt het me weer. Besef ik dat zij nu bijna vier zou worden en hier ook zou drentelen en knuffelen en vertederen en misschien gillen omdat ze ook wil zwemmen net als haar grote broer en neef.

Ik wil hier nu niet aan denken. Ik heb mijn springlevende nichtje op schoot, mijn levende dochters voor me zitten en nog vele andere springlevende geliefden om me heen. Ik ben rijk en gezegend en dankbaar.

Maar, zoals ik al vele malen eerder ontdekte en schreef: het bestaat naast elkaar. Mijn liefde voor Amanda stopte niet bij haar dood en in mijn hart en lijf is plaats voor haar, naast mijn dochters en zonen en neven en nichten en ouders en broers en zussen en noem maar op.

Door mijn neefje en nichtje word ik geconfronteerd met hoe ze nu ongeveer zou zijn. Met hoe het zou zijn geweest als ze was blijven leven. Dat doet pijn en roept een diep verlangen wakker naar mijn lieve kleine schat.

Ik aai mijn nichtje met wat meer aandacht, neem mijn neefje nog eens met meer opmerkzaamheid in me op. Dankbaar dat zij leven en me herinneren aan wie mist. Ik besluit dat ik maandag weer eens naar haar grafje zal gaan en nu ik daarnet bij haar was, kon ik eindelijk weer even huilen.

De lelies komen alweer omhoog, het gras wordt gemaaid, de fontein spat water. Het lijkt vol leven en herinnert me eraan dat ook al ligt ze hier dood onder een steen, zij levender is dan ze hier ooit geweest zou zijn.

Omdat een man het gras maait op de plekken waar nog geen graven zijn, loop ik naar een bankje elders op de begraafplaats om te schrijven en te huilen en realiseer ik me dat ik alweer een beetje vrijer geworden ben. Dat ik hier durf te huilen op een redelijk publieke plek. Dat ik dit durf te schrijven op mijn publieke blog. Dat ik kan genieten van wat is en kan huilen om wat ik mis. Dat ik liefheb. Opeens herinner ik me weer wat iemand eens schreef: rouw is liefde die je niet kwijt kunt.

Ik heb gewoon mijn dochter zo lief en vandaag voel ik dat ook.

Plaats een reactie