Gelovig Rouwen Leven Liefhebben
Voor het eerst schreef ik niet 5, maar ‘5-1’. En het voelde goed. Niet dat ik dat een argument vind om iets te doen, maar nu doe ik het ermee.
Ik nam het over van een vader die ik sprak op Wereldlichtjesdag vorige week zondag. Hij en zijn vrouw verloren hun oudste zoon. Hij had 32 uur geleefd. We kenden elkaar van gezicht, maar wisten niet van elkaar dat we een baby hadden verloren.
Het was fijn om met hen en andere ouders samen te zijn op Wereldlichtjesdag. Om stil te staan bij de kinderen van wie de namen niet vaak meer klinken.
Ze waren er nog niet eerder bij geweest. Maar nu hun kinderen de deur uit zijn, hebben ze het minder vaak over hem. Toen ze de aankondiging van de bijeenkomst in het stadhuis zagen, besloten ze erheen te gaan. Het had ze goed gedaan.
Wij waren wat te laat gekomen. Gehaast van huis vertrokken, nog wat gedoe op de fiets en nu niet met onze andere kinderen, maar met z’n tweeën aanwezig. We zaten nog bij te komen toen we al naar voren mochten lopen om het kaarsje met haar naam neer te zetten en aan te steken.
De namen werden voorgelezen. Amanda als eerste. Het ging, bleek later, op alfabetische volgorde. De stadsdichter las het gedicht voor dat ze speciaal voor deze avond maakte. Ineens voelde ik mijn ogen en wangen nat worden. Ging de herkenning van mijn hoofd naar mijn hart.
Ik kneep even in de hand van mijn Lief, de vader van mijn kinderen. Het was fijn om hier met hem alleen te zijn. Waar ik andere keren vooral oplette hoe het met mijn andere kinderen ging, waren we nu vooral de ouders van Amanda.
Toen we na afloop een glas wijn dronken, spraken we andere ouders. De vader die we van gezicht kenden vertelde dat hij het nog steeds lastig vond als mensen vroegen hoe veel kinderen hij had. Hij zegt ‘2’ als hij mensen eenmalig ontmoet. En ‘3-1’ als hij vermoedt dat hij degene met wie hij spreekt, vaker zal zien.
Ik vertelde dat ik op een gegeven moment besloten had om altijd ‘vijf’ te zeggen. Omdat ik het vervelend vind er elke keer over na te moeten denken. En omdat vaak blijkt dat mensen zelf ook verdriet met zich meedragen en daar dan ook even ruimte voor is. En omdat ‘vier’ niet goed voelt, want dan lijkt het alsof zij niet bestaan heeft.
Maar wat deze vader zei, bleef me bij. Want het is ongemakkelijk om ‘vier’ te zeggen, maar ook om op de vraag die vaak volgt op hoeveel kinderen je hebt, ‘Hoe oud zijn ze?’ te vertellen dat je jongste overleden is.
Daarom vind ik 5-1 wel een mooie oplossing. Deze week wilde ik een voorstelberichtje plaatsen op het intranet van mijn nieuwe werkplek. Nu schreef ik dat ik naast trainer en adviseur ook de vrouw van Henk ben en moeder van vijf min één, singer songwriter, schrijver, enzovoorts.
Dat voelde goed. Ik ontken niet dat ze bestaan heeft en ik doe ook niet alsof ze leeft. Ik heb vijf min één kinderen. Of toch gewoon vijf. Het blijft lastig.

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.