Verlangen

Het is haar sterfdag vandaag. Tenminste, zeven jaar geleden was dit de dag waarop we erachter kwamen en dat afschuwelijke beeld zagen. De echo waarop niets meer bruiste, spartelde, klopte of bewoog. Het moment waarop mijn keel dichtgeknepen werd,  talloze gedachten tegelijk met evenveel drammerigheid de aandacht opeisten en een geluidloze schreeuw eruit wilde.

De dag waarop we woorden hoorden die niemand horen wil. ‘Het spijt me, …’

Ons zo gewenste meisje had het niet gered. In plaats van leren met een baby om te gaan moesten we onze kinderen leren wat rouwen is. In plaats van verder voorbereiden, bouwend op ervaringen uit het verleden, begon ons leven opnieuw. En onze relatie. We waren niet meer hetzelfde. Moesten onszelf, elkaar, ons gezin, onze plek opnieuw leren kennen en uitvinden.

Deze dagen moet je ruimte inbouwen, leerde ik van andere ouders. Vrij nemen. Eerdere jaren was dat vrij simpel, maar dit jaar werk ik voor het eerst in loondienst op haar sterfdag. Gelukkig krijg ik daar begrip en kan ik mijn werk anders verdelen deze week. Niet dat ik dan weet wat je moet doen. Ik werk wat mail weg en dan stap ik op de fiets.

Ik zou naar het grafje. Dat leek voor de hand liggend. Terwijl ik erheen trap, merk ik tegenzin. Inmiddels weet ik dat ik dan niet moet pushen. Het maakt ook niet uit of ik wel of niet ga. Zij heeft er niets aan en ik krijg haar er niet mee terug of dichter bij me.

Ik ga rechtdoor waar ik rechtsaf had gemoeten en fiets doelloos door. Dan sla ik rechtsaf, naar het winkelcentrum. Lelies kopen stond ook nog op mijn lijstje. Ik was van plan die te halen na mijn grafbezoek, maar nu lijkt het juiste moment.

Ik loop door het winkelcentrum naar de bloemist, zie lelies en vraag om vijf stuks. Het bosje dat de verkoper laat zien is te armetierig. Ik vraag er nog twee bij. Zeven is ook goed, met mijn Lief en mij erbij zijn we met zoveel. Als zij er nog geweest was.

Of het mooi ingepakt moet worden. ‘Nee,’ hoor ik mezelf zeggen, ‘ze gaan thuis meteen in de vaas.’ Dan, vanuit de neiging mezelf uit te willen leggen: ‘Het symbool voor onze dochter is lelie. Ze is overleden en dit zijn haar dagen.’ Ze wenst me sterkte en ik voel ineens de tranen komen.

Ik wandel met mijn bos terug naar mijn fiets. Blij dat ik wat voel. Het onbestemde is al geruime tijd aanwezig. Mijn lijf wist allang dat het die tijd van het jaar is. Terwijl ik naar huis fiets, denk ik aan regels uit een van mijn liedjes: Ik wil terug naar huis, naar zolder, waar tenminste niemand was. (Spotify)

Het is toetsweek en ik heb het huis niet voor mezelf alleen. Als ik thuis kom zit een van mijn kinderen te leren aan tafel. Ik pak de vaas, snijd de stelen van de lelies schuin af en haal de blaadjes eraf die anders onder water zouden komen. Terwijl ik dat doe merk ik ineens hoe goed het me doet.

Het is het oude verlangen naar zorgen, naar iets doen. Hetzelfde gevoel dreef me zeven jaar geleden juist om steeds naar het grafje te fietsen. Omdat ik dan tenminste nog íets kon doen met de liefde die ik niet kwijt kan.

Ik heb het meestal goed onder controle. Die urge, die hunkering naar het meisje dat hier niet is. Gisteren zei ik tegen mijn Lief dat het toch heel goed gaat. Dat ik vrede heb gevonden met hoe het is. Maar vandaag voel ik vooral verlangen.

Zie ook: https://brokenbutreal.com/2020/03/21/lied/
Lees mijn boek Als er niets meer klopt als je mijn verhaal wilt lezen.


Ontdek meer van Ineke

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

One Comment on “Verlangen

Plaats een reactie