Gelovig Rouwen Leven Liefhebben
For English, click here
Deze week was het tijd om een grafsteen uit te kiezen. We hadden het al een tijdje voor ons uit geschoven. En nu we eraan begonnen zijn, blijkt dat ook dit weer een proces is. Op dit moment staat er een tijdelijk bordje op het graf, vol liefde en prachtig gemaakt door onze oudste dochter. Maar het plankje wordt langzaam lelijker door wind en regen en er moet iets blijvends komen. Iets wat definitief is. Wat een vreselijk woord is dat toch.
De afgelopen dagen, voordat we naar de steenhouwer gingen, was ik rusteloos. Druk, druk, druk, afgewisseld met Netflix. Zolang ik maar niet hoef stil te staan bij wat ik voel. Maar ondertussen.
Ondertussen was ik rusteloos, kribbig, niet echt mezelf. Dat komt de sfeer thuis niet ten goede, maar pas op de ochtend dat we zouden gaan, lukte het me om even rustig te schrijven en er daardoor achter te komen wat er nou eigenlijk speelt.
Het is het laatste wat we kunnen doen.
Het is het enige wat we nog moeten doen voor haar en misschien voelt het daarom wel zo beladen. Ik wil niet. Ik wil niet. Ik wil niet. Terwijl ik de gevoelens toelaat die dit besef bij me naar boven brengen, komt weer dat oude vertrouwde immense verzet in mij naar boven tegen wat zo duidelijk is, maar wat ik kennelijk ten diepste nog steeds niet wil accepteren. Ze is er niet meer en ze komt ook niet meer terug. We hebben haar begraven in de wetenschap dat we haar zullen weerzien als Jezus terugkomt of als we zelf gestorven zijn. Maar hier zien we elkaar niet meer en opnieuw doet het besef daarvan me zoveel pijn dat ik amper kan ademhalen. Dit is adembenemend op een heel negatieve manier en wat kan ik er aan doen? Ik wil schreeuwen, schoppen, schelden, slaan, maar ik weet ook wel dat dat helemaal niets, echt helemaal niets oplost of verandert of wegneemt.
Het moet gebeuren en ik weet het en weer spreek ik mezelf toe en probeer ik gevoel en verstand bij elkaar te krijgen door te schrijven, te verwoorden, te beredeneren. Het verzacht de pijn niet echt. Maar door te benoemen krijgt het wel meer vorm en wordt het ongrijpbare enigszins tastbaar. Woorden zijn eigenlijk essentieel voor mij in dit proces van acceptatie. Pas als ik mijn gevoelens woorden geef, benoem, ontrafel door te omschrijven, kom ik erachter wat het nou eigenlijk is. En als ik het dan weer lees, kan ik huilen, kan ik het aannemen, in laten werken en verwerken, verweven in mijn bestaan. En als ik het dan anderen laat lezen, is het alsof ik daarmee erken dat het bestaat en natuurlijk hoop ik daarnaast dat anderen er iets aan hebben in hun weg van rouw of als ze anderen bijstaan in het doorleven van wat er met ze gebeurt.
Ik had van tevoren niet verwacht dat een grafsteen uitkiezen zo ingrijpend zou zijn. Dat het ons zo van stuk zou brengen. Maar nu ik erover nadenk, is het eigenlijk heel logisch. Een steen op het graf zetten is als een deksel ergens op doen of het boek dichtklappen. Het doet me denken aan een punt achter een zin zetten of op verzenden klikken als je een mail hebt ondertekend. Het staat symbool voor afronden, afsluiten. Je zet een steen (iets wat weer en wind kan verdragen) op een graf en op die steen probeer je te vervatten wie iemand voor je was en te markeren waar ze ligt. En dan loop je verder. Je sluit het definitief af. Het graf. Het hoofdstuk. Maar niet je hart. Dat zou te definitief zijn.
Pingback: Alleen de kleur nog – Ineke Marsman-Polhuys
Pingback: Definitief 2 – Ineke Marsman-Polhuijs