Scheidslijn

Ik weet het toch
Ook dit zal voorbij gaan
Worgende greep
Vlammend besef
Stalen muur
Er is geen
Zij is niet
Wij zijn hier

Ik word wakker met een helder beeld van hoe ze hier zou zijn. Zevenjarig meisje, in de tent, wakker en klaar om broodjes te halen. 

Het duurt maar even. Het hele pakket, palet van emoties. Ik duw het weg en sta op.

Ik doe wat ik sinds enkele dagen doe, sinds ik erover las in Ann Voskamps boek De Wegbereider: ik ben stil, schenk aandacht, kies overgave, lees het Woord, ontvang en onderzoek, ben eerlijk over mijn angsten en dank.

Dan doe ik de oefening van mijn therapeut. Waar slipte ik gisteren terug in oude ongezonde wegen? Wat gebeurde er precies? Waar grijpt het vast aan wat geweest is? Hoe ga ik het een andere keer anders doen? Ik eindig met ‘bespreken met Lief’ en besluit te gaan wandelen.

Opnieuw stilte. Wat betekent dat ik voel wat ik voel. Deze keer druk ik het niet weg. Verdriet. Gemis. Verlangen. Om lief te hebben, te kennen, te verbinden, te koesteren, te zien. 

Ik laat het gebeuren. Ook deze golf gaat weer voorbij. Spat uiteen over mij. Bad verdriet, gemis, verlangen. Waar kom jij ineens vandaan.

Vorige week leidden mijn Lief en ik bij een zomerweek een programma met zeventig zeven- en achtjarigen om meer van God te leren en te ervaren. We zagen hoe Hij hen ontmoette waar ze waren. Ik drukte de gedachte dat zij een van hen zou zijn geweest categorisch weg. 

In een dienst waarin we samen zongen zag ik in een flits hoe mijn schoonmoeder nu meezong en begreep. Amanda was daar bij haar. Samen genoten ze van meer dan ik hier kan bevatten. 

Zij zijn niet hier. Wij zijn niet daar. De kloof van de dood scheidt ons.

Ik ga door met mijn dag, geniet van mijn andere kinderen, praat met mijn Lief, verbindt me met hen en vier vakantie.

Wat later fiets ik naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Weer worgt verlangen mijn zorgeloosheid. Ik bedenk dat ik dit jaar voor het eerst geen foto’s van haar meenam en baal ervan.

Hoewel ik er al maanden niet naar gekeken heb, is daar ineens urgentie om dat wel te doen. Nu denk ik maar terug, haal haar voor de geest en streel opnieuw. Verlangend.

Stilte brengt ruimte brengt verdriet. Wat er waarschijnlijk onder de oppervlakte al borrelde steekt de kop op. Ongemerkt kruipt ze omhoog om aandacht vragend.

Terwijl ik doorfiets en me verbaas over hoe diep en scherp en intens dat verdriet soms weer is, herinner ik me wat ik ‘zag’ tijdens het zingen vorige week.

Er is een open hemel. En een wolk van getuigen. De scheidslijn is dunner dan ik me vaak bewust ben. Ik kan haar niet zien dartelen, niet knuffelen, niet koesteren. Toch leeft ze. Daar.

En in mij. Even voel ik weer zonneklaar hoe ik haar meedraag. Hoe incompleet ik ben, wij zijn. En toch ook niet. Zij daar. Wij hier. Liefde verbindt ons.


Ontdek meer van Ineke

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Plaats een reactie