Je moet besluiten om het los te laten

For English, click here.

Ik weet dat het waar is. Dat God er altijd is. Dat Hij me door het diepe dal van de dood zal leiden. Dat er een moment zal komen dat ik in staat ben om te zeggen dat Hij mijn rouw in reidans heeft veranderd. Is het niet nu, dan zeker straks als ik in de hemel kom. Ik weet dat op de momenten waarop ik Hem niet voel, en het verdriet allesoverheersend is, als een mist waar je niet doorheen kunt kijken, dat op die momenten Hij er toch nog steeds is. En dat Hij me zelfs draagt, zoals dat staat in dat mooie gedichtje over voetstappen in het zand.

Maar ik ben daar nog niet, al ben ik wel verder gekomen. Ik word niet meer zo vaak compleet overweldigd door verdriet als in het begin, in de weken nadat we onze dochter hadden begraven. Maar besluiten om je verdriet los te laten, blijkt een voortdurend proces te zijn van stapje voor stapje, stukje voor stukje.

Dit proces begon toen de echo ons liet zien dat ons kleine meisje niet zo goed groeide. We baden steeds opnieuw, vertrouwden haar steeds weer aan God toe en hoopten dat ze zou groeien en bloeien. Maar een paar weken later liet de echo totale stilte zien. We werden overspoeld door gevoelens die we niet kenden en riepen: Nee, nee, nee, God, nee!

God was daar. We gingen naar Hem toe in onze wanhoop en ongeloof. We beseften de verschrikkelijke waarheid maar tegelijkertijd waren we niet in staat om het als waar aan te nemen. We vroegen: God, hoe vertellen we dit aan de kinderen? God, heeft ze geleden? God, waarom moest ze sterven? En ook bleven we herhalen: ze is van U Heer. Ze was van U vanaf haar allereerste begin en nu is ze al bij U. Ze hoort bij U. Er is geen betere plek. Ik vertrouw haar aan U toe.

Twee dagen later moest ik haar ter wereld brengen. Ze zag het licht niet, haar ogen zagen helemaal niets. We hoorden haar niet huilen. We zagen haar niet bewegen. Ik huilde. Zij niet. En terwijl ik haar kleine, tere lichaam vasthield, wist ik dat ik haar moest laten gaan en ik hief mijn handen met haar erin omhoog. Ik droeg haar steeds weer op aan God: ik geef haar aan U Heer, ik laat haar gaan. Ik geef me over. Dit is zo moeilijk, Heer. Ik wil haar vasthouden, koesteren, voeden, liefhebben, kusjes geven en alles geven wat ze maar nodig heeft. Maar ze kan het niet ontvangen. Ze is al bij U.

Na een paar dagen waarop we haar in ons gezin konden verwelkomen, waarop we haar konden vasthouden, foto’s konden maken en haar konden laten zien aan familie en vrienden, moesten we haar uiteindelijk begraven. We deden haar in een babyroze mandje, droegen haar naar het graf en bedekten het met rozenblaadjes. Het was vreselijk. Iedere vezel in mij schreeuwde: Nee! Hoe kan ik mijn kind alleen achterlaten? Ik voelde me totaal verwilderd. Onwezenlijk. Het was uiteindelijk op pure ratio dat ik in staat was om op te staan en weg te lopen terwijl ik vocht tegen de drang om terug te lopen en haar weer mee te nemen. Mijn kind. Mijn kind. Ik moet je laten gaan.

Vandaag is het precies elf maanden geleden dat ze geboren werd. Een tijdje geleden vroeg ik een andere ‘wee-ouder’: “Soms is de pijn zo overweldigend diep dat het lijkt alsof ik geen lucht meer krijg. Herken je dat?” Hij antwoordde: “Ja, maar je moet besluiten om het te laten gaan, om het los te laten.” En hij citeerde Mattheüs 11:28-30, verwees me naar Jezus om rust te vinden voor mijn ziel.

In eerste instantie voelde ik me veroordeeld door zijn woorden. Ik vatte het zo op dat ik het gewoon maar achter me moest laten, negeren, doorgaan. Maar in de afgelopen weken ben ik gaan inzien dat als verdriet me overvalt, ik inderdaad een keuze heb. Wat doe ik als rouw me overspoeld als een golf dat gewoon te groot is om opzij te springen? Word ik passief en laat ik verdriet me helemaal beheersen, of word ik actief, huil ik uit bij de Heer, geef ik uiting aan mijn verdriet en geef ik het opnieuw aan Hem over?

Op sommige momenten ben ik daar nog niet. Soms ben ik gewoon niet in staat om het weer los te laten en houd ik vast aan mijn verdriet door maar snel wat anders te gaan doen, te proberen om er niet aan te denken, mezelf te verdoven. Maar op andere momenten ben ik daar wel en dan hef ik in gedachten opnieuw haar lichaampje omhoog naar de hemel en zeg ik opnieuw dezelfde woorden: Heer, ik geef haar aan U. Ze was van U vanaf het allereerste begin. Ik ben blij dat ze niet meer hoeft te lijden. Ik ben dankbaar dat ze compleet, heel is bij U.

Ik ben erachter gekomen dat dit niet een eenmalige actie is. Dit is iets wat ik nog best wel eens een heleboel keren zal moeten doen want in de loop van de tijd missen we haar op andere manieren en ons verdriet en het gemis verandert. Vandaag is het de baby die we missen. En over een jaar zou ze een peutertje zijn geweest en missen we waarschijnlijk een peuter. En iedere keer dat ik me ervan bewust ben dat ik haar mis, iedere keer dat ineens die diepe pijn weer vanuit het niets naar boven komt, me de adem benemend, kan ik besluiten om het weer te laten gaan. En als ik daar nog even niet ben, hoop ik dat het me snel weer lukt. Want ik wil besluiten om het los te laten.

2 Comments on “Je moet besluiten om het los te laten

  1. Pingback: You have to decide to let go – Ineke

  2. Pingback: Dag peutertje – Ineke Marsman-Polhuijs

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: