Gelovig Rouwen Leven Liefhebben
For English click here
Een half jaar geleden werd ze geboren. Perfect gevormd, met grote voetjes net als haar vader, lange bovenbeentjes net als haar broers en zussen. Echt ons kindje. Zo geliefd, kostbaar en gewenst: Amanda Marsman. Geboren op 22 maart, maar al voor haar geboorte overleden.
Ik vind deze weg van rouw zwaar en eenzaam en moeilijk. Vaak vind ik het ook moeilijk om te schrijven, omdat ik de woorden niet vind, of omdat het gewoon te zwart is wat ik denk. Maar ik ben deze blog begonnen. Ik heb besloten om te schrijven en wilde eerlijk zijn, ook over mijn gebrokenheid. En daarom schrijf ik nu toch. En om aandacht te vragen. Misschien is gedeelde smart inderdaad wel halve smart, want de laatste dagen heb ik ineens weer de neiging om mensen die ik tegenkom te zeggen: weet je wel dat mijn kindje is overleden? Weet je wel dat als dat niet gebeurd was, ik hier ook met een kinderwagen gelopen had? Het lijkt net alsof de druk in mijn hoofd de laatste dagen weer zó is opgelopen dat het tijd is om er wat uit te laten st(r)omen.
Vertellen helpt. Ze was zo mooi joh. Ik wil haar zo graag vasthouden, haar stem horen, haar eerste lachje zien. Ik wil mopperen om slapeloze nachten en te wilde broers en zussen. Ik wil liedjes voor haar zingen, haar voeden en in bad doen. Maar ik heb hier in huis alleen haar lege wieg in de lege babykamer en ik heb wat foto’s en een klein velletje papier met een afdruk van haar voetjes.
Dat stond trouwens in de boeken die ik las in de eerste weken na haar geboorte: dat zo’n afdrukje heel belangrijk is, omdat dat velletje papier echt in aanraking is geweest met haar lichaam. Toen ik het las, leek het me overdreven. Maar de laatste weken merk ik dat ik naar dat velletje met voetjes toegetrokken word, dat ik het koester en als iets heel kostbaars ben gaan zien.
Deze weg, dit proces, dit diepe donkere dal, brengt steeds weer nieuwe dingen bij mij boven en te binnen. Ik kan niet meer zeggen: dat zou ik nooit doen, of: zo overdreven zou ik niet doen. Tot mijn schaamte moet ik zeggen dat ik geoordeeld heb over hoe anderen rouwden en nu kom ik zelf tot de ontdekking dat het verlies van een kind werkelijk voelt als iets dat is afgescheurd, een gat in je leven slaat, de bodem onder je leven weghaalt en je werkelijk alles opnieuw moet ontdekken. Ik heb geen flauw idee hoe je dit doet. Hoe je dit een plek moet geven. Hoe je God hierin betrekt.
Vanmorgen kon ik alleen maar huilen en gisteren en eergisteren ook. Ik ben verbaasd dat er nog zoveel tranen zijn. Verwilderd over wat ik nou moet doen. Kan doen. Ik wilde iets tastbaars, heb na lang zoeken een armband met haar naam laten maken. Het is mooi en het past bij mij – beter dan de tatoeage die ik voor het eerst van mijn leven overwoog. Maar het lost niets op. Ik heb ernaar uitgekeken om die armband te dragen maar nu ik hem heb, besef ik eens te meer dat dat haar niet kan vervangen.
Ik loop er steeds tegenaan dat ik niet iets kan doen. Ik werk hard, probeer er voor de kinderen te zijn, en verder bezig te zijn, afleiding te zoeken. Maar keer op keer stuit ik er weer op: een diep verdriet, een intens verlangen, een ongrijpbaar gemis. Het enige waar ik wel echt wat aan heb, is het besef dat het met haar echt goed gaat. Dat zij volmaakt is nu en volkomen gelukkig. Geen pijn, geen verdriet, meteen op haar bestemming. Maar zelf worstel ik nog, zoek ik God, zoek ik Zijn troost en Zijn geborgenheid. Zijn kracht. En ik weet niet hoe ik dat kan ontvangen. Het lijkt soms wel alsof ik ontroostbaar ben. Vanmorgen ben ik uiteindelijk maar weer gaan zitten en gaan lezen in de bijbel. Psalm 84 deze keer. Mijn hart en mijn lichaam roepen het uit tot de levende God. Ja, dat herken ik wel.
En: Welzalig zijn zij die in Uw huis wonen, zij loven U voortdurend maakte me blij omdat ik eraan dacht dat dit in elk geval voor Amanda geldt.
En dan vers 6: Welzalig (gelukkig) de mens van wie de kracht in U is – in hun hart zijn de gebaande wegen. Gaan zij door het dorre dal van de moerbeibomen, dan maken zij God tot hun bron; ook zal de regen hen overvloedig bedekken (in de voetnoot staat: zegenen). Zij gaan voort van kracht tot kracht. Er staat nog meer in de psalm, maar ik besloot deze woorden vooral op me in te laten werken. Te danken voor de gebaande wegen in mijn hart en dat ik God kennelijk tot mijn bron kan maken. En dat ik in Zijn kracht altijd weer verder kan gaan.
Vervolgens lag er een brief op de mat van een van onze sponsorkinderen[i]. Ze reageerde op het bericht over Amanda en zij schreef: “I want to encourage you to keep going because in life we sometimes go up and sometimes we go down, but the important thing is to move forward.” (Ik wil je aanmoedigen om door te blijven gaan want in het leven gaan we soms op en soms neer, maar het belangrijkste is dat we vooruitgaan) Ik glimlach omdat het perfect aansluit bij wat ik net heb gelezen. Ik ga voort van kracht tot kracht. En ik vertrouw erop dat God me wel zal laten zien hoe je dat dan precies doet.
[i] We sponsoren kinderen via Compassion.nl. Door een financiële bijdrage zorgen zij dat een kind dat anders kansloos is, eten, onderwijs en gezondheidszorg krijgt en je schrijft met het kind om het te bemoedigen. Zo’n briefwisseling gaat vaak erg traag, het kan soms maanden duren voordat je reactie krijgt op de brief die je schreef.
Pingback: Going on – Ineke